Overslaan en naar de inhoud gaan
Stadsplan van Brugge van Marcus Gerards

Een gunstige ligging

Brugge heeft een bijzondere band met de zee. Water heeft immers een cruciale rol gespeeld bij haar ontstaan. De stad ligt, met de kustvlakte aan de ene kant en de zandgronden van het hoger gelegen binnenland aan de andere kant, precies op het raakvlak van twee landschappen. Een zandrug fungeerde als natuurlijke afscheiding. Hier vloeiden bovendien een aantal beken samen tot de rivier de Reie, die noordwaarts in de kustvlakte uitmondde. Via zogenaamde getijdengeulen zorgde de Reie voor een natuurlijke verbinding met de Noordzee.

Het prille begin

Bij het begin van de jaartelling behoorde de streek tot het Romeinse Rijk. Iets ten noorden van de huidige binnenstad bevond zich toen een kleine nederzetting langs een getijdengeul. De bewoners leefden van visvangst, veeteelt, turf- en zoutwinning. Scheepsresten van twee zeewaardige boten uit de 3de eeuw bewijzen dat er een bescheiden haven aanwezig was. Door toenemende Germaanse invallen ging in de 5de eeuw het West-Romeinse Rijk uiteindelijk ten onder. Wat zich tussen de 5de en de 8ste eeuw afspeelde in Brugge is grotendeels onbekend. Wel is geweten dat het Frankische vorstenhuis, zeg maar het huidige Frankrijk, in deze raadselachtige periode controle over het gebied kreeg en het onderverdeelde in verschillende bestuurlijke gebieden, die men gouwen noemde.

Een veilige burcht

De Romeinen hadden als onderdeel van een ruimer routenetwerk een weg aangelegd op de zandrug grenzend aan de kustvlakte. Het huidige Brugge ontstond precies op de plek waar deze weg samenkwam met de Reie: de Burg. In het begin van de 9de eeuw stond hier een eenvoudige burcht die deel uitmaakte van een kustverdediging tegen de Noormannen. Ze was strategisch aangelegd in opdracht van de Frankische vorst. Brugge was immers bereikbaar via de zee en dus een interessant doelwit voor potentiële aanvallen. Het bescheiden bouwwerk werd omgeven door aarden wallen met houten palissades en water. Toch moet het een veilige plaats zijn geweest, want enkele Gentse monniken namen er in 851 met hun kostbare bezittingen een toevlucht om de Noormannen te ontwijken. Dit is de eerste keer dat de naam van de stad opduikt in de geschiedenis. Brugge is wellicht een afleiding van het Oudnoorse woord voor ‘pier’ of ‘landingspunt’ (Bryggja) of afkomstig van het Germaanse ‘brugjo’ wat ongeveer hetzelfde betekent. 

  • Langerei zicht Sint-Gilliskerk

    Brugge is wellicht een afleiding van het Oudnoorse woord voor ‘pier’ of ‘landingspunt’ (Bryggja) of afkomstig van het Germaanse ‘brugjo’ wat ongeveer hetzelfde betekent. 

De graven van Vlaanderen

Omstreeks 863 arriveerde Boudewijn I, de eerste graaf van Vlaanderen, in de streek. Als kersverse schoonzoon van de West-Frankische koning Karel de Kale was hem een stuk land geschonken als bruidsschat, de Vlaanderengouw. Het was eigenlijk geen écht cadeau, want Karel de Kale stuurde Boudewijn bewust naar een van de verste uithoeken van zijn rijk, om er op te treden als zijn lokale vertegenwoordiger. Samen met zijn bruid Judith vestigde Boudewijn zich op de Burg. De naam Burg is duidelijk afkomstig van burcht, maar het betekent ook ‘dorpskern’. Ondanks zijn positie als koninklijk ambtenaar, slaagde Boudewijn erin om politiek gezag te verwerven en bovendien zijn functie erfelijk te maken. Zijn nakomelingen bouwden verder aan de grafelijke dynastie met Brugge als machtscentrum en hoofdplaats van het graafschap Vlaanderen.

Groei van de stad

Dankzij de aanwezigheid van de Vlaamse graven, de gunstige ligging en de connectie met de zee ontwikkelde Brugge zich in de vroege middeleeuwen tot een internationale en bedrijvige haven- en handelsstad. Met name het befaamde Vlaamse laken (bewerkte wollen stof) zorgde vanaf de 11de eeuw voor een economische boost. Dat trok heel wat lieden aan die een graantje wilden meepikken en het inwoneraantal schoot de hoogte in. Toen Italiaanse handelaren Brugge eind 13de eeuw uitkozen als vaste basis voor hun zeehandel, volgden anderen hun voorbeeld. Kooplui van over heel Europa vestigden zich in de stad. Nieuwe gebouwen verrezen, zoals het Belfort met de Stadshallen op de Markt, het Sint-Janshospitaal, verschillende kerken maar ook belangrijke handelsinfrastructuur zoals de Waterhalle. Ook ’s werelds allereerste beurs ontstond in deze periode in Brugge. Zeker in de 14de eeuw mocht Brugge zich trots rekenen tot een van de voornaamste handelscentra van Noordwest-Europa.

Sint-Janshospitaal in Brugge

De Bourgondische hertogen

Door een uitgekiende huwelijkspolitiek verbond het Bourgondische hof zich in de 14de eeuw met het graafschap Vlaanderen: hertog Filips de Stoute trouwde met Margaretha van Male, de erfgename van de Vlaamse graaf. Toen de graaf in 1384 stierf, werd het welvarende Vlaanderen onderdeel van het Bourgondische rijk. De Bourgondische hertogen verbleven graag in Brugge en gaven de stad een nieuw elan. Dit resulteerde in de 15de eeuw in een periode van ongekende bloei en weelde.

De Gouden Eeuw van Brugge

De Bourgondische hertogen, bekend om hun verfijnde smaak, breidden hun vaste residentie in het luxueuze Prinsenhof uit en lieten de meest gerenommeerde schilders zoals Jan van Eyck in hun opdracht werken. Dit toptalent maakte samen met tal van andere kunstenaars en ambachtslieden van Brugge zijn thuisbasis. Edellieden en vooraanstaande families volgden het pronklustige voorbeeld van het Bourgondische hof. Ze betrokken majestueuze stadspaleizen en spendeerden fortuinen aan de verfraaiing van hun residenties. Door het spel van vraag en aanbod werd Brugge een vermaard productiecentrum van allerhande luxegoederen. Gilden zagen erop toe dat alle producten van de allerhoogste kwaliteit waren. Buitenlandse kooplui tilden de stad verder op tot een draaischijf voor handel op internationaal niveau. Brugge groeide uit tot een ware metropool en met circa zestigduizend inwoners was ze een van de grootste steden van Europa.  

Het verval

Aan deze economische voorspoed kwam een einde na de plotse dood van de geliefde hertogin Maria van Bourgondië in 1482. De relatie tussen de Bruggelingen en weduwnaar Maximiliaan van Oostenrijk verzuurde. Maximiliaan verliet de stad, met hofhouding, handelaren en edellieden in zijn kielzog. Antwerpen werd de nieuwe handelsmetropool van de Lage Landen. Door het wegtrekken van de handel verzandde Brugges connectie met de zee steeds verder, hoewel de stad er alles aan deed om de verbinding te onderhouden. De indrukwekkende 16de-eeuwse kaart van Marcus Gerards was een heuse promostunt om de gunstige ligging nabij de zee te benadrukken. Tot op de dag van vandaag is dit meesterwerk de meest gedetailleerde, historische plattegrond van de stad. Aangestoken door godsdienstige en politieke verschillen, volgden eeuwen van oorlogen en machtswissels. Brugge bleef te midden van dat alles een katholieke stad en behoorde achtereenvolgens tot het Spaanse, Oostenrijkse, Franse en Nederlandse rijk.

De heropleving

Omstreeks de Belgische onafhankelijkheid in 1830, was Brugge sterk verarmd. De industriële revolutie ging grotendeels aan de stad voorbij en de economie bleef gekenmerkt door kleinschalige huisnijverheid. Zo verdienden op een gegeven moment ruim tienduizend van de vijftigduizend inwoners, hoofdzakelijk vrouwen, de kost met kantklossen. Toch deden ook moderne vernieuwingen hun intrede: in 1838 werd Brugge aangesloten op het jonge, Belgische spoornetwerk. Het station bevond zich toen op ’t Zand. Britten die per trein Waterloo bezochten, het slagveld van Napoleons nederlaag, overnachtten in Brugge. Velen besloten zich er voorgoed te vestigen. Dit resulteerde in een Engelse aanwezigheid in de stad, een kolonie als het ware, en dat ging gepaard met een herwaardering van de oude, eigen gotische baksteenarchitectuur, wars van de modieuze Franse stijlen. Dit eerherstel van de gotische stijl en de nabootsing ervan heeft de look-and-feel van Brugge sterk beïnvloed. Meer nog, het heeft ervoor gezorgd dat de stad een visuele architecturale eenheid heeft gekregen. Lezers van de roman ‘Bruges-la-Morte’ (1892) van Georges Rodenbach leerden Brugge dan weer kennen als een wat ingedommelde, maar bijzonder mysterieuze plek. Vooral de foto’s die de roman illustreerden, maakten lezers nieuwsgierig om de stad te gaan bezoeken. Brugges schitterende patrimonium werd herontdekt en de stad zette behoedzaam haar eerste toeristische stappen.

Visionaire stadsvernieuwing

Vanuit het verlangen om verbonden te zijn met de zee, gaf het stadsbestuur eind 19de eeuw groen licht voor de bouw van een nieuwe zeehaven die de naam Zeebrugge kreeg. Na een moeizame start groeide de haven in de 20ste eeuw uit tot een speler van wereldformaat. Beide wereldoorlogen lieten de historische binnenstad nagenoeg intact, maar verpauperd achter. Een visionair stadsvernieuwingsproject in de jaren 1970 herstelde Brugge een tweede maal in ere. De nadruk lag op de renovatie van historische huizen, de sanering van de reien, meer groen in de stad en het weren van koning Auto. Met resultaat, want tot op heden wordt Brugge beschouwd als een van de mooiste en meest aangename steden om in te leven. 

Brugge vandaag

Door de bijzondere zorg voor haar erfgoed ontving Brugge in 2000 de eretitel UNESCO-Werelderfgoedstad en in 2002 verstevigde ze haar internationale profiel als Culturele Hoofdstad van Europa. Zes jaar later schitterde de stad in de film ‘In Bruges’, waarna ook andere internationale producties in Brugge een ideale filmlocatie herkenden. Zo kom je Brugge tegen in de prestigieuze BBC-serie ‘The White Queen’ (2013) en in de Indiase film ‘PK’ (2014), de allereerste Bollywoodfilm ooit die in België werd gefilmd. In 2015 werd de stad het decor voor de vernieuwde Triënnale Brugge. Sindsdien wordt driejaarlijks een selectie (inter)nationale kunstenaars en architecten uitgenodigd om in dialoog te gaan met de historische binnenstad. Een tijdelijk openluchtparcours langs hedendaagse kunst en architectuur is telkens het boeiende resultaat. 

Brugge is niet alleen trots op haar rijke geschiedenis en status als Werelderfgoedstad, maar omarmt ook de toekomst. Want de stad is dynamisch en voortdurend in beweging, dankzij trotse Bruggelingen, gedreven ondernemers en verwonderde bezoekers. Met zijn allen dragen zij bij aan een duurzame toekomst voor de stad, die evenwichtig, verbindend, aantrekkelijk en ondernemend is.